Paragrafen

Paragraaf Verbonden partijen

Avri

Omschrijving

De reguliere taak van Avri is het verwijderen van huishoudelijk afval. Dit doen ze voor alle acht gemeenten. Een 'plustaak' is het onderhouden van de openbare ruimte. Dit voert Avri uit voor vier van de acht gemeenten. Avri onderhoudt sinds 1 maart 2012 de openbare ruimte van onze gemeente, het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). Dit is vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst (DVO). De DVO wordt jaarlijks geëvalueerd en aangescherpt.

Juridische vorm

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Geldermalsen

Deelnemende partijen

Het samenwerkingsverband van GR Avri wordt gevormd door de gemeenten: Tiel, Culemborg, Zaltbommel, West Betuwe, Maasdriel, West Maas en Waal, Neder-Betuwe en Buren. Deelname is niet verplicht.
Voor de IBOR taken is er sprake van samenwerking tussen de gemeenten Tiel, West Betuwe, Neder-Betuwe en Buren.

Beleidskaders

  • Verordening afvalstoffenheffing Avri
  • Dienstverleningsovereenkomst Avri - Gemeente Buren 2020

Openbaar belang en doel

Afval
Avri is verantwoordelijk voor de afvalinzameling in onze gemeente. In 2019 is het omgekeerd inzamelen van grondstoffen in de regio ingevoerd. Dit heeft een positief effect gehad op de hoeveelheid ingezamelde restafval.
In 2020 heeft Avri het beleid verder vorm gegeven met als doel een verdere reductie van restafval en inzameling van zo schoon mogelijke grondstoffen.

IBOR
Avri verricht voor onze gemeente het beheer van en onderhoud aan de openbare ruimte. Ook de samenhangende klachten en meldingen vallen onder deze werkzaamheden.

Bestuurlijk belang

Het bestuur van Avri bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit acht leden. De gemeenteraden wijzen één lid aan per gemeente. Dat kan een raadslid, de voorzitter van de raad of een wethouder zijn. De gemeente Buren wordt op dit moment vertegenwoordigd door wethouder Neven. Ieder lid heeft één stem. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden. De gemeente Buren is niet vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur.
De IBOR taken zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst.

Aandeel

Ontwikkelingen

Afval

  • Door de nieuwe methode van inzameling, ingevoerd in juli 2019, is de hoeveelheid restafval in de gemeente gedaald. Een gevolg van de nieuwe inzamelmethode is dat er meer vervuiling is opgetreden in de grondstoffenstromen. De focus in 2020 en 2021 is er voor te zorgen dat de kwaliteit van de grondstoffen toeneemt.
  • De afgelopen jaren staan de markttarieven van verschillende grondstofstromen onder druk. Deze trend zorgt voor toegenomen financiële risico’s en stijgende tarieven afvalstoffenheffing in Nederland. Door toedoen van deze marktomstandigheden is de financiële weerstand van Avri intussen volledig benut, waardoor Avri actuele en toekomstige risico’s voorlopig niet meer kan dragen. Voor 2021 streeft Avri er naar de grilligheid van de begroting om te buigen naar een voorspelbare begroting.
  • De weerstandscapaciteit van Avri is momenteel onvoldoende. Hiermee lopen wij als gemeente risico omdat Avri bij een tekort aanspraak dient te maken op het weerstandsvermogen van de deelnemende gemeenten. In de begroting 2020 hebben wij hier rekening mee gehouden en € 24.000 hiervoor gereserveerd. In werkelijkheid betalen we Avri een bijdrage van € 133.000.
  • 2020 was het jaar waarin bekend werd dat de provincie de rente op voorziening voor de stortplaats ging verlagen. Zonder actie vanuit de gemeenten had dit een kostenpost van € 10 miljoen op de begroting van 2020 betekend. Als gevolg hiervan is er een intensieve onderhandeling op gang gekomen tussen gemeenten (bestuursleden Avri en wethouders financiën) en provincie. Uiteindelijk is een oplossing gevonden.  Meer informatie hierover, en over de risico's, is te vinden in de jaarstukken van Avri die 15 april zijn  verschenen en op 13 april tijdens een platformbijeenkomst aan de raden zijn gepresenteerd.
  • Ook Avri heeft de gevolgen van corona ondervonden. Door onder meer het wegvallen van mensen, het ophalen van extra huisafval en extra taken zijn er extra coronakosten gemaakt zowel bij Avri-afval als bij Avri-IBOR. Deze worden door de gemeente in de coronakosten meegenomen.

IBOR

  • Uit de ‘Eerste evaluatie IBOR-taken’ (2020) is als conclusie naar voren gekomen dat de kosten voor uitvoering van de IBOR-taken jaar na jaar toenemen. Dit noodzaakt tot het bijstellen van de prestatie-eisen. Dit is een tendens geworden. Een constante is dat Avri veelal tenminste de kwaliteit levert die we met elkaar afgesproken hebben.
  • In samenspraak tussen de gemeente Buren en Avri is onderzocht op welke onderdelen een concessie is te doen aan de kwaliteit en/of waar andere kansen liggen om goedkoper te werken. Dit door het combineren van werkzaamheden, inzet van ander materieel, het werk niet door derden te laten doen maar er eigen mensen op te zetten, e.d. Dit proces heeft plaatsgevonden in aanloop naar het opstellen van de werkbegroting 2021.
  • Een concreet voorbeeld is het uitvoeren van onkruidbeheersing op verhardingen. Dit gaat Avri vanaf heden (2021) zelf binnen de gemeente Buren uitvoeren (voorheen door derden). Hiervoor is een speciale machine aangeschaft (de gemeente investeert). Dit resulteert direct in een besparing van kosten. Daarnaast is deze machine elektrisch en daarmee en duurzame keuze.
  • De conclusies van het eerste onderzoek (evaluatie IBOR-taken) zijn aanleiding geweest om een vervolgonderzoek te starten. Er is daarbij vooral behoefte aan meer grip op de onderdelen ‘prijs’ en ‘kwaliteit’. De onderzoeksvragen zijn vastgesteld door het college van B&W, met als centrale vraag: is AVRI voor de komende 5 jaar (2022 t/m 2027) de meest geschikte partij voor uitvoering van de IBOR-taken? Beantwoording van de vraag gebeurt aan de hand van deelvragen en een vooraf gemaakte afbakening van mogelijke alternatieve scenario’s.
  • Avri is aan de voorkant van dit onderzoek meegenomen (meelezen met onderzoekopzet) en zal het gedurende het onderzoek ook actief deelnemen. Denk aan deelname werkgroep, aanreiken gegevens, beschikbaarheid t.b.v. interviews door het onderzoeksbureau etc.
  • Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van bureau Stad en Groen. Het streven is het onderzoek in het tweede kwartaal dit jaar af te ronden.

Risico's

  • De stortplaats blijft nog minimaal 10 jaar in beheer van Avri en de Avri gemeenten. Dit betekent dat wij de komende 10 jaar verantwoordelijk zijn voor de exploitatie, beheer en onderhoud. Dit brengt risico’s met zich mee. De exploitatie risico’s zijn gedekt. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om lekkende leidingen enzovoort. Voor rampen hebben wij geen dekking, maar dit is ook niet gebruikelijk.
  • Het is onduidelijk hoe de rente in de toekomst zich zal ontwikkelen. Het bedrag dat we voor de overdracht dienen te sparen kan hierdoor zowel positief als negatief worden beïnvloed. Er is nu afgesproken dat we jaarlijks met de provincie evalueren wat een reëel en haalbaar bedrag is om opzij te zetten.
  • De weerstandscapaciteit van Avri is momenteel onvoldoende. Dit heeft te maken met de grilligheid van de prijzen in de grondstoffenmarkt (zie ook ontwikkelingen). Hiermee lopen wij als gemeente risico omdat Avri bij een tekort aanspraak dient te maken op het weerstandsvermogen van de deelnemende gemeenten. In de begroting 2021 en 2022 worden extra maatregelen getroffen om het weerstandsniveau weer op peil te brengen.
  • Avri verwacht een tekort in de reserve voor begrotingsjaar 2021. De in rekening te brengen overhead van de diverse programma’s zal structureel moeten worden verhoogd om een tekort in de reserve te voorkomen en de bedrijfsvoeringsrisico’s binnen de GR te kunnen opvangen. De financiële gevolgen hiervan worden verwerkt in de eerste begrotingswijziging 2021.
  • Een toename in dumping van chemisch afval of asbest in de openbare ruimte vormt een financieel risico.

Activiteiten

  • In het streven naar prijsstabiliteit en kostenbeheersing introduceerde Avri in 2020 het programma Grip. Hiermee onderneemt Avri actie op drie fronten: organisatie, markt en inwoners.
  • In 2020 gaf het algemeen bestuur van Avri aan dat veel aandacht nodig is voor gedragsverandering van inwoners als het gaat om afval scheiden. Het niet juist aanbieden van afval zorgt voor afgekeurde ladingen grondstoffen, waardoor veel extra kosten ontstaan die met meer voorlichting voorkomen kunnen worden. Zowel Avri als inwoners zijn gebaat bij (het verschaffen van) meer duidelijkheid over wat optimaal scheidingsgedrag is en hoe we dit samen kunnen bereiken. Hier is in 2020 een begin mee gemaakt. In de begroting 2021 is hier prioriteit aan gegeven zodat er middelen zijn om hier op in te zetten.
  • Avri gaat samen met gemeenten kijken hoe we in de toekomst om zullen gaan met de opbrengsten van oud -papier voor verenigingen. Alternatieven worden in de vorm van pilots onderzocht.
  • In 2020 zijn voorbereidende studies gedaan over het inzamelen en hergebruiken van incontinentiemateriaal en babyluiers. Avri zal dit in opdracht van de gemeenten uitvoeren waarbij elke gemeente zelf bepaalt hoe ze dit beleid willen vormgeven. Dit leidt in de eerste helft van 2021 tot besluiten bij Avri gemeenten met het streven om dit in te voeren in 2022.

Website

Avri

Financiële informatie
(x € 1.000)

Realisatie
2018

Realisatie
2019

Realisatie
2020

Begroting
2020

Verschil

Bijdrage gemeente

229

273

133

24

-109

Eigen vermogen

2.403

1.072

550

755

N.v.t.

Toelichting financiële ontwikkelingen

Avri-IBOR :

  • Het integraal beheer van de openbare ruimte (IBOR) is door Avri verricht in lijn met de hierover gemaakte afspraken (prestatie-eisen). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen frequentie-afspraken en werken op beeldkwaliteit. Voor de beeldkwaliteit die buiten gerealiseerd wordt geldt over heel 2020 dat:

o   72% van alle beeldmeetlatten scoort boven het afgesproken niveau;
o   27% van alle beeldmeetlatten scoort op het afgesproken niveau;
o    1% van alle beeldmeetlatten scoort onder het afgesproken niveau.

  • Indien niet is voldaan aan de prestatie-eis is hierover in de jaarrapportage tenminste vastgelegd: oorzaak, gevolg en mogelijk uit te voeren acties (naar 2021).
  • Voor de IBOR-taken die binnen de DVO zijn vastgelegd geldt dat (ruim) binnen budget is gewerkt. Uit de jaarrapportage (februari 2020) blijkt het volgende:

o   Werkbegroting 2020 (geactualiseerd): € 2.664.000
o   Realisatie 2020: € 2.465.000
o   Dit resulteert in onderscheiding van budget (dus een positief resultaat) van € 199.000.

  • De besparing van in totaal € 199.000 over 2020 is opgebouwd uit:

o   Naar 2021 doorgeschoven werkzaamheden € 40.000
o   Structurele lagere kosten € 33.000
o   Incidentele lagere kosten € 126.000

  • Enkel het aandeel ‘structureel lagere kosten’ komt eventueel in aanmerking om in navolgende werkbegrotingen geëffectueerd te worden.
  • In absolute getallen wordt de grootste besparing geleverd op de dienst groenbeheer, wat goed verklaarbaar is omdat groenbeheer een groot deel van het totaal van de werkbegroting (werkprogramma en te leveren prestatie-eisen) bepaald.
Deze pagina is gebouwd op 06/16/2021 11:56:38 met de export van 06/16/2021 09:41:36