Algemeen

Financiële beschouwingen

Onderstaand treft u een overzicht aan met daarin opgenomen de werkelijke cijfers per programma afgezet tegen de begrote bedragen. De cijfers van de door de raad vastgestelde begroting 2020 bij de start van het boekjaar staan vermeld in de kolom primitief.

Overzicht van baten en lasten

Bedragen x € 1.000

Programma

Rekening
2019

Begroting
2020
primitief

Begroting
2020
na wijziging

Rekening
2020

Verschil
2020

Bedrijfsvoering

28.359

30.385

32.307

32.216

-91

Inwonerszaken

-18.004

-18.421

-19.592

-19.973

-381

Ruimte

-6.277

-14.286

-15.560

-13.835

1.725

Saldo voor bestemming

4.078

-2.322

- 2.846

-1.593

1.253

Mutaties reserves

2.107

791

3.018

2.819

-199

Saldo na bestemming

6.185

-1.531

 172

1.225

1.053

Analyse resultaat 2020

Het werkelijk resultaat over het jaar bedraagt 2020

Positief  € 1.225.000

Begroot was een resultaat voor 2020 van

Positief  €    172.000

Daarmee is het werkelijk resultaat van de jaarrekening 2020    € 1.053.000 positiever dan verwacht werd.

In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de belangrijkste afwijking op concernniveau. Daarbij is aangegeven of het gaat om een voordeel (V) of een nadeel (N) en of de afwijking een incidenteel of structureel karakter heeft

Onderwerp                                           

Afwijking

Aard afwijking

Alle Programma's

Aangevraagde overheveling budgetten naar 2021

  1.561 V

Incidenteel

Programma bedrijfsvoering

Vrijval voorziening wachtgelden bestuurders

    234 V

Incidenteel

Aanvulling voorziening pensioen bestuurders

    620 N

Incidenteel

Hogere opbrengst OZB

      95 V

Structureel

Afschrijvingskosten gemeentehuis

78 V

Incidenteel

Opbrengst precariobelasting

     110 V

Incidenteel

Programma inwonerszaken

Gecontracteerde kosten Jeugdzorg

 1.982 N

Structureel

Kosten WMO

    405 N

Structureel

Lagere kosten bijstand

    208 V

Incidenteel

Hogere BUIG uitkering voor bijstand

    272 V

Deels structureel

Uitvoeringsvergoeding Tozo

    492 V

Incidenteel

Transformatiebudget sociaal domein

85 V

Incidenteel

Vernieuwing en verbetering zorg en ondersteuning

      71 V

Structureel

Kosten gezondheidszorg

      75 V

Deels structureel

Kerngericht werken

      71 V

Incidenteel

Leerlingenvervoer

      45 V

Structureel

Kosten Werkzaak

82 V

Structureel

Programma Ruimt e

Tekort Avri 2020  

    306 N

Incidenteel

Opstellen omgevingsplan

300 V

Incidenteel

Opbrengsten omgevingsvergunning

    130 N

Incidenteel

Hogere verkoop gronden regulier

    370 V

Incidenteel

Opbrengst toeristenbelasting

83 V

Incidenteel

Vrijval voorzieningen grondexploitatie

   142 V

Incidenteel

Kosten openbare verlichting

 54 V    

Incidenteel

Overige verschillen per saldo

     68 V

Totaal

  1.053 V

Ter toelichting

Aangevraagde overheveling budgetten naar 2021 (1.561 V)
In het jaar 2020 zijn een aantal budgetten, beschikbaar gesteld voor incidentele projecten, niet besteed. Dit omdat deze niet of niet volledig zijn uitgevoerd. Om er voor te kunnen zorgen dat deze projecten alsnog doorgang kunnen vinden, doen wij u voorstellen tot overheveling van deze budgetten naar het jaar 2021.

Het gaat om 21 aanvragen tot een totaalbedrag € 1.561.000. In de bijlage treft u een overzicht van alle voorstellen aan. Daarnaast is per voorstel een format met toelichting vanuit het betreffende domein toegevoegd.

Het niet benutten van de hiervoor genoemde budgetten heeft geleid tot een groot positief effect op het behaalde resultaat van 2020. Mocht u akkoord gaan met de overhevelingsvoorstellen dan leidt dit ertoe dat van het totale behaalde resultaat over 2020 ad € 1.225.000 positief een bedrag van € 1.561.000 moet worden bestemd ter dekking van de genoemde voorstellen. Dit betekent dat aan netto te bestemmen resultaat een bedrag van nadelig € 336.000 resteert. Dit bedrag zal ten laste van de algemene reserve moeten worden gebracht.

Vrijval voorziening wachtgelden bestuurders (234 V)
Inmiddels hebben bijna alle voormalige bestuurders weer een baan. Dit betekent dat zij geen beroep meer hoeven te doen op de wachtgeldregeling vanuit de gemeente. De voorziening ter zake kan grotendeels vrijvallen per eind 2020.

Aanvulling voorziening pensioen bestuurders (620 N)
Jaarlijks wordt bij de opstelling van de jaarverslaggeving gekeken of de voorziening voor pensioen van voormalige bestuurders nog op orde is. Op basis van een analyse is gebleken dat er aan een aantal voormalige bestuurders pensioenen in 2020 zijn betaald, waarmee geen rekening is gehouden bij de vorming van de voorziening. Hierop heeft een uitgebreide screening op volledigheid van de voorziening plaatsgevonden. Dit heeft ertoe geleid dat in 2020 een eenmalige extra storting ad € 620.000 in de voorziening nodig was.

Hogere opbrengst OZB (95 V)
De werkelijke waarden van het onroerend goed binnen onze gemeente vallen in 2020 wat hoger uit. Dit is mede het gevolg van een licht hogere areaaluitbreiding. Een en ander leidt tot een extra opbrengst die ook doorwerkt naar komende jaren.

Afschrijvingskosten gemeentehuis (78 V)
Doordat een aantal geplande investeringen voor het gemeentehuis nog niet zijn uitgevoerd vallen de afschrijvingslasten lager uit dan begroot.

Precariobelasting (110 V)
De opbrengst voor precariobelasting laat voor 2020 een duidelijke meevaller zien. Begroot was een bedrag van € 1.233.000. In werkelijkheid bedroeg de opbrengst € 1.343.000, een stijging met 9 %.

Naar verwachting werkt deze hogere opbrengst ook door naar het jaar 2021. Aangezien dit het laatste jaar wordt waarin deze belasting geheven wordt, is er helaas geen structurele doorwerking naar het jaar 2022 en verder.

Gecontracteerde kosten Jeugdzorg (1.982 N)
Deze kosten laten een forse stijging zien ten opzichte van de begroting 2020. Er is sprake van een overschrijding ten opzichte van het budget met bijna 25%. U bent in de afgelopen maanden hierover uitgebreid geïnformeerd.
Ondanks de in gang gezette acties tot bijsturing lijkt het verstandig om rekening te houden met een structurele doorwerking van deze overschrijding naar het jaar 2021 en volgende. Daarbij is het goed om te melden dat de budgetten bij de opstelling van de begroting 2021 (met ingang van het jaar 2021) met een structureel bedrag van € 750.000 zijn verlaagd. Dit op basis van de transformatie die werd verwacht vanuit het rapport en de aanbevelingen van Montfoort.

Wmo kosten (405 N)
De kosten voor Wmo laten door heel Nederland een stijgende tendens zien. Dit is enerzijds het direct gevolg van de vergrijzing van ons land. De hevigheid van de stijging lijkt vooral te maken te hebben met de invoering van het abonnementstarief. Dit zorgt ervoor dat vooral veel mensen met een hoger inkomen gebruik zijn gaan maken van Wmo voorzieningen. Zonder bijsturing van beleid mag verwacht worden dat deze kostenstijging zich in de komende jaren blijft doorzetten. De gemeente Buren is hierop geen uitzondering.

Lagere kosten bijstand (208 V)
De ontwikkeling van het aantal mensen in de bijstand blijft achter bij de raming van 2020. Ook dit past in het landelijke beeld. In Buren was voor 2020 een bedrag begroot van € 2.800.000 aan reguliere bijstandsuitkeringen. In werkelijkheid bedroegen de kosten € 2.592.000 oftewel een onderschrijding met 7,5 %. Normaal mag aan deze onderschrijding een structureel karakter worden toegekend. Gegeven de COVID 19 situatie is het verstandig om vooralsnog uit te gaan van een incidenteel voordeel.

Hoger Buig uitkering (272 V)
Ter compensatie voor de totale kosten van bijstand, leenbijstand en minimabeleid ontvangt de gemeente jaarlijks een uitkering van het rijk, de zogenaamde Buig uitkering. Dit is geen vergoeding van integraal gemaakte kosten maar een vergoeding op basis van historische kosten in relatie tot een landelijk beschikbaar budget. In 2020 was een vergoeding geraamd van € 3.579.000 en is uiteindelijk een bedrag van € 3.851.000 toegekend.
Voor het jaar 2021 is een bedrag geraamd van € 3.750.000 en een voorlopige toekenning ontvangen van € 3.796.000. Daarmee is er een (beperkte) structurele doorwerking van € 46.000.

Uitvoeringsvergoeding Tozo (492 V)
De kosten voor uitbetaling van de Tozo regeling in het kader van COVID 19 worden volledig vergoed door het Rijk. Daarnaast ontvangt elke gemeente een bedrag per behandelde aanvraag voor uitvoeringskosten. Deze kosten zijn ter compensatie van gemaakte arbeidsuren door de gemeentelijke organisatie. Binnen onze gemeente is het werk voor het overgrote deel door herschikkingen binnen de formatie opgelost. Dit betekent dat de vergoeding als een meevaller binnen het resultaat zichtbaar wordt.
Duidelijk is dat het bij de uitvoeringsvergoedingen om aanzienlijke bedragen gaat. Dit heeft ook te maken met de uitvoering die wij verrichten voor de gemeente Neder-Betuwe.
Het is van belang om bij de burap 2021 met deze opbrengsten rekening te houden. Dit in tegenstelling tot wat met de tweede burap in 2020 is gebeurd en wat te maken heeft gehad met het betrachten van voorzichtigheid. Daarnaast is het de verwachting dat een gedeelte van de uitvoeringsvergoeding in 2021 moet worden aangewend om de organisatie tijdelijk te ondersteunen bij de uitvoering.

Transformatiebudget sociaal domein (85 V)
In dit kader is een budget beschikbaar gesteld van € 185.000. In 2020 is van dit bedrag nog niets uitgegeven. Voorgesteld is om een bedrag van € 100.000 over te hevelen naar 2021. De rest ad € 85.000 komt als voordeel vrij binnen het resultaat over 2020.

Vernieuwing en verbetering zorg en ondersteuning (71 V)
Voor vernieuwing en verbetering zorg en ondersteuning is een structureel budget aanwezig van € 120.000. In het jaar 2020 bedroegen de uitgaven € 49.000. In het jaar 2019 bedroegen de uitgaven € 75.000. Het lijkt erop dat het begrootte bedrag voor 2021 en volgende jaren structureel naar beneden kan worden bijgesteld.

Kosten openbare gezondheidszorg (75 V)
De kosten voor bestrijding van verslaving en depressies bedragen in 2020 € 47.000. Geraamd was een bedrag van € 122.000. Hierin zat begrepen een incidenteel bedrag van € 50.000 voor ambulantisering van de GGZ. Met ingang van 2021 en volgende jaren is structureel een bedrag van € 72.000 geraamd. Dit betekent dat het budget mogelijk (beperkt) structureel kan worden verlaagd.

Kerngericht werken (71 V)
Voor kerngericht werken zijn incidenteel budgetten beschikbaar gesteld tot een bedrag van € 90.000. Hiervan is in 2020 slechts een bedrag uitgegeven van € 19.000. Dit geeft een voordeel van € 71.000.

Naast de genoemde bedragen zijn er nog twee andere budgetten beschikbaar voor de invoering van kerngericht werken. Voor deze budgetten, tot een totaal van € 137.500, zijn verzoeken tot overheveling van de budgetten opgenomen in de bijlage. Dit betekent dat bij accordering door uw Raad deze budgetten beschikbaar blijven voor bekostiging van het kerngericht werken in 2021.

Leerlingenvervoer (45 V)
De kosten voor leerlingenvervoer bedroegen in 2020 € 505.000. Begroot was een bedrag van € 550.000. Dit geeft in 2020 een voordeel van € 45.000. Vanaf het jaar 2021 is structureel een bedrag geraamd van € 650.000. Het lijkt erop dat het budget voor 2021 en volgende jaren structureel kan worden verlaagd.

Kosten werkzaak (82 V)
Hiertoe behoren de kosten die wij betalen als bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling die invulling geeft aan de uitvoering van de wet sociale werkvoorziening en onze bijdrage in het concernresultaat. Begroot was een bedrag van € 2.590.000. De werkelijke kosten over 2020 bedroegen € 2.508.000.
De lagere kosten zijn o.a. het gevolg van een daling van het aantal WSW-medewerkers vanuit onze gemeente. Deze daling heeft daarmee een structureel karakter.
Uit de aangeleverde begroting 2022 blijkt dat onze bijdrage voor 2022 en volgende jaren substantieel afwijkt van de in onze meerjarenbegroting opgenomen bedragen. Dit betekent dat dit straks leidt tot een forse positieve bijstelling van onze begroting 2022 en volgende jaren. In de kadernota 2022 zullen wij u hierover verder informeren.  

Tekort Avri (306 N)
Het tekort over het jaar 2020 bij Avri bedraagt € 3.000.000. Op basis van de door Avri gegeven toelichting op 18 maart 2021 aan onze wethouders en ambtenaren, en de actuele verdeelsleutel waarbij Buren 11% van dit tekort betaalt, is in onze jaarrekening rekening gehouden met een bijdrage in dit tekort van € 330.000. Begroot was een bijdrage van € 24.000.

Bij de aanbieding van de definitieve jaarrekening bleek dat Avri van het tekort een bedrag van € 1.800.000 zelf kan dekken. Dit door dit bedrag ten laste van een voorziening te brengen. Aangezien deze informatie pas tot ons is gekomen nadat wij de boeken over 2020 hebben gesloten, zal deze meevaller ad bijna € 200.000 in het jaar 2021 als bijzondere nagekomen baat worden verantwoord.

Opstellen omgevingsplan (300 V)
In het kader van de invoering van de nieuwe omgevingswet zijn een aantal incidentele budgetten beschikbaar gesteld. Deze worden, voor zover nog niet ingezet, overgeheveld naar 2021. Zie hiervoor het betreffende overzicht dat bijgevoegd is in de bijlage.
Het gedeelte van deze budgetten wat betrekking heeft op het opstellen van het omgevingsplan (€200.000 + € 100.000) wordt niet overgeheveld maar komt ten gunste van het resultaat over 2020. Op een later moment (begroting 2022/2023) zal, aan de hand van een actuele inschatting van de te maken kosten voor het omgevingsplan, een budgetvoorstel worden gedaan.

Opbrengst omgevingsvergunningen (130 N)
De opbrengst over het jaar 2020 bedraagt € 901.000. Dit terwijl de geraamde opbrengst € 1.032.000 bedroeg. Het achterblijven van de opbrengsten in 2020 is mede het gevolg van meerdere bouwplannen met een wat lagere bouwsom.

In 2018 en 2019 bedroeg de werkelijke opbrengst respectievelijk € 1.139.000 en € 846.000. Voor het jaar 2021 en volgende is jaarlijks een bedrag aan opbrengsten geraamd van € 1.105.000. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat deze toekomstige geraamde opbrengsten gehaald kunnen worden en dat er sprake is van een incidentele onderschrijding van de inkomsten in 2020.

Hogere verkoop gronden regulier (370 V)
Voor het jaar 2020 is een opbrengst geraamd van € 200.000 wegens verkoop van gronden buiten de grondexploitatie. In werkelijkheid bedraagt dit € 571.000. Dit is o.a. het gevolg van de verkoop van Tielseweg 6 te Buren. Met deze opbrengst in het vierde kwartaal van 2020 kon in de raming nog geen rekening worden gehouden.

Opbrengst toeristenbelasting (83 V)
De opbrengst voor toeristenbelasting is op basis van de verkregen compensatie vanuit het Rijk voor covid 19 verlaagd met € 54.000 tot € 166.000. Doordat de werkelijke opbrengst meeviel en € 249.000 bedraagt ontstaat een voordeel. In de meerjarenbegroting is al rekening gehouden met een hogere opbrengst vanaf het jaar 2022 waardoor er sprake is van een incidenteel voordeel.

Vrijval voorziening grondexploitatie (142 V)
Jaarlijks worden de exploitatieopzetten voor de grondexploitatie herrekenend en zo nodig de voorziening  voor verwacht verliezen bijgesteld. Op basis van de actuele berekeningen is de verwachting dat het verlies voor project Doejenburg II lager wordt (daling van € 7.365.000 naar € 7.223.000). Hierdoor kan een bedrag van € 142.000 uit de voorziening vrijvallen ten gunste van het resultaat over 2020.

Kosten openbare verlichting (54 V)
De kosten wegens elektriciteitsverbruik vallen beduidend lager uit dan was begroot. Voor 2020 was een bedrag geraamd van € 185.000. In werkelijkheid bedroegen de kosten € 131.000. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat het hier gaat om een incidenteel voordeel. De kosten van elektriciteit stijgen namelijk nog jaarlijks. Daarnaast lijkt het erop dat andere kosten op deze kostenplaats wellicht naar boven moeten worden bijgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 06/16/2021 11:56:38 met de export van 06/16/2021 09:41:36